“We pakken alles aan wat in de weg zit om stappen te kunnen maken richting de toekomst”
Ze staan liever niet in de schijnwerpers, maar voor dit interview maken ze graag een uitzondering. Coaches Karin, Irene en Petra, die de huishoudens actief benaderen en begeleiden, vormen de spil van experiment Immerloo Schuldenvrij. Ze vertellen over hun aanpak en ervaringen en willen hun inzichten delen met hulpverleners en beleidsmakers om bij te dragen aan verbeteringen in de schuldhulpverlening.
April vorig jaar was het zover, jullie gingen op pad om de eerste huishoudens in Immerloo te benaderen. Hoe pakten jullie dat aan?
Vanuit het project hadden we een lijst gekregen met huishoudens met een vermoeden van problematische schulden. We zijn er gewoon naartoe gegaan en hebben aangebeld. Als mensen opendoen, stellen we ons voor als medewerker van het project Immerloo Schuldenvrij. We zeggen dat we berichten hebben ontvangen dat er misschien sprake zou zijn van achterstanden. We praten heel bewust niet meteen over schulden. Zo probeer je heel voorzichtig, eigenlijk op basis van fingerspitzengefühl, in gesprek te komen. Hoe doet iemand de deur open? Als je ziet dat iemand een beetje schichtig is: “niet schrikken, goed volk”, een beetje met een knipoog. Je moet het vooral niet te zwaar en ingewikkeld maken in het begin.
Als mensen niet thuis zijn of niet opendoen, dan laten we een flyer achter met onze contactgegevens. We hadden al gauw in de gaten dat we die flyer niet in de toch al overvolle brievenbussen moesten doen. Dus die staken we op een gegeven moment tussen de voordeur.
“Het eerste gevoel, wie er opendoet, daar anticipeer je een beetje op.”
Heeft zo’n flyer überhaupt zin?
Niet als binnenkomer. Slechts een paar mensen hebben contact gezocht naar aanleiding van de flyer. Persoonlijk langsgaan is het meest effectief. Gewoon die deur, of dat raampje, dat even opengaat. Zo leg je het eerste contact. De flyer laat wel zien dat je serieus met iets komt. Dus dat is wel de meerwaarde ervan.
Lukt het om met iedereen in contact te komen?
We geven gewoon niet op. Veel instanties sturen een brief of gaan een keer langs, maar stoppen als inwoners niet voldoen aan hun verwachtingen, zoals op een afspraak komen of praktische zaken regelen. Wij hebben gezegd: dat gaan wij niet doen. We gaan gewoon een derde, een vierde, een vijfde keer. We gaan nog eens bellen, we gaan mailen, alles wat maar kan, zeg maar. Maar eigenlijk is dat helemaal niet nodig gebleken.
“Wat ons lukt, is de groep bereiken die buiten beeld blijft.”
En hoe gaat het dan verder, als het eerste contact is gelegd?
Dan proberen we een goed beeld te krijgen van de situatie van het huishouden. Dat gaat niet zo van “Nou, vertel het eens, u heeft betalingsproblemen”. Daar gaan echt wel wat gesprekken overheen. Je gaat niet als een formele instantie te werk, maar van mens tot mens met elkaar in gesprek. “Goh, wat woont u leuk, woont u hier lang, hoe is de wijk, wat vindt u daarvan?” Dan een keer proberen: “Kent u het experiment? Heeft u ervan gehoord?” Soms zit je daar anderhalf uur en sta je op om te vertrekken. En dan is het ineens “nou, nu jullie er toch zijn… ik zit wel met een probleempje”. Dan zie je ook hoe diep de schaamte is.
Als de bewoners voelen dat je oprecht met hen wil oplopen om de problemen op te lossen, dan komen de verhalen. Zo kun je steeds meer samen vormgeven wat er moet gebeuren. We gaan ook meteen in de actiemodus als dat nodig is. Laatst zaten we bij iemand en nog geen twee minuten later stond Liander voor de deur om de elektriciteit af te sluiten. Dat lossen we meteen op. De bewoner krijgt daardoor het vertrouwen dat er echt wat gaat gebeuren.
Jullie krijgen veel “regelruimte”, hoe belangrijk is dat?
Dat is van hele grote waarde. Het is belangrijk om snel tot een stabiele situatie te komen. Zaken die ervoor zorgen dat er weer nieuwe schulden ontstaan, moeten opgelost worden. We krijgen tijd en een budget om te doen wat op dat moment nodig is voor de bewoners. De eerste keer met een gezin meegaan naar de voedselbank of de kledingbank in plaats van ze daarnaartoe te verwijzen, dat kan gewoon. We merken dat wij door de tijd en het budget veel belemmeringen kunnen wegnemen die in het verleden verhinderden dat bewoners de weg richting de reguliere schuldhulpverlening vonden. Een reguliere schuldhulpverlener zegt bijvoorbeeld dat de bewoner een ID-kaart moet aanvragen, dat is nu eenmaal de regel. Doet de bewoner dat niet, dan stokt het. Omdat er meestal een reden achter zit waarom dat niet lukt, trekken wij samen met de bewoner op; als hij niet weet hoe hij een ID-kaart moet aanvragen, of het geld er niet voor heeft, dan lossen we dat op.
“Deze intense manier van naast die gezinnen gaan staan, zorgt ervoor dat mensen vanuit eigen motivatie met ons aan de slag gaan.”
Waarom lukt dat de bewoners niet zelf?
Wat steeds vergeten wordt, is dat mensen die zo in de shit zitten, gewoon niet de ruimte in hun hoofd hebben om daar fatsoenlijk mee aan de slag te gaan. De zelfredzaamheid is dan ver te zoeken. Het credo is “mensen moeten het zelf doen, we moeten ze niet aan het handje nemen”. Maar soms is dat juist precies wat heel erg nodig is. En je kunt echt wel weer loslaten naarmate de bewoner de draad zelf weer kan oppakken.
En daarnaast, voor ons zijn de financiële situaties van de huishoudens al een ingewikkelde puzzel. En dan zitten we er met allemaal professionals naar te kijken. Wat verwacht je dan van die bewoner?
“Wat steeds vergeten wordt, is dat mensen die zo in de shit zitten, gewoon niet de ruimte in hun hoofd hebben om daar fatsoenlijk mee aan de slag te gaan.”
Weet je wat ook de kracht is van dit project? Naast het feit dat we bij de mensen thuis komen en zij niet naar een hokje of een spreekkamer hoeven: we pakken alles aan, niet alleen het financiële stuk. Alles wat in de weg zit om stappen te kunnen maken richting de toekomst. Mensen worden vaak naar allerlei verschillende loketten gestuurd. Als wij de inkomsten en uitgaven inzichtelijk maken, zien we vaak dat mensen van allerlei regelingen gebruik zouden kunnen maken. Dan verwijzen we ze niet door. Of we gaan mee, of we bellen zelf. Wij weten de weg natuurlijk goed te vinden. Dat we bezig zijn met een experimentele aanpak, helpt ook om dingen sneller voor elkaar te krijgen en belemmeringen in het systeem op te lossen.
Kan een bewoner echt alles aan jullie vragen?
We kunnen natuurlijk niet alles oplossen, er zijn grenzen. We kijken steeds naar de noodzaak en de redelijkheid. Is dit helpend voor het gezin? Of voor de kinderen? Wat als we het niet zouden doen? Dat is de graadmeter. Dit soort zaken bespreken we ook in ons wekelijke casuïstiek overleg, want hiervoor zijn geen vastliggende kaders. Het is en blijft maatwerk.
De meeste schulden blijken gerelateerd aan primaire levensbehoeften. Wat zegt dat volgens jullie?
Dat mensen schulden maken om te overleven. Wat opvalt is dat mensen vaak eerder de keuze maken om de huur niet te betalen, dan om de telefoon- of internetrekening niet te betalen. Het is niet zo dat je met twee maanden huurachterstand al gelijk op straat staat. En er is geen ziekenhuis dat je weigert op de eerste hulp omdat je je zorgverzekering niet betaalt. Maar betaal je twee maanden je telecomprovider niet, dan word je afgesloten. Dan heb je geen televisie meer, dan verlies je het contact met de buitenwereld. Zoals Tim ‘s Jongers dat zo mooi zegt: in plaats van te oordelen over dit soort keuzes, kunnen we ook proberen de omstandigheden te begrijpen waarin mensen deze keuzes maken. Is het te begrijpen dat mensen hun vakantiegeld besteden aan nu iets leuks met de kinderen doen in plaats van een klein stukje schuld af te lossen die er de komende jaren toch nog wel is?
Wat zouden jullie tegen mensen willen zeggen die dit onbegrijpelijk vinden?
Kijk eens verder dan je neus lang is. Probeer je te verplaatsen ook. Stel, je zou je huisdier kwijtraken omdat je geen voer kan betalen. Wat doet dat met je? Of dat je je kinderen niet kunt geven wat ze nodig hebben. Het zijn vaak life events, zoals een scheiding of het verlies van baan, waardoor mensen in de schulden komen. Het kan iedereen overkomen. Dus jij kan op een gegeven moment ook met je handen in het haar zitten. En hoe wil je dan geholpen worden?
Wat moet je als hulpverlener in dit soort trajecten meebrengen?
Je moet het leuk vinden om in de chaos je eigen weg te zoeken en zelf structuur te creëren. En durven opboksen tegen het systeem als dat oplossingen in de weg staat. Het gesprek daarover aangaan. “Nee is geen antwoord” zeg maar. Wij gaan echt voor die inwoners staan en gaan vanuit vertrouwen met hen aan de slag. En misschien zullen we ook wel een keer onze kop stoten. Maar dat hoort erbij.
Wat zouden jullie mee willen geven richting dat systeem?
Ga meer op vertrouwen zitten, en niet op wantrouwen. Mensen die geen geld hebben of in armoede leven moeten constant bewijzen dat ze arm zijn. Ze moeten altijd met de billen bloot, altijd worden ze weer geconfronteerd met het feit dat ze ergens geen geld voor hebben. Stop daar eens mee. Dat kost nu misschien meer geld, maar op de lange termijn levert dat geld op. Geef ook vertrouwen aan de medewerkers op de werkvloer om maatwerk te kunnen en mogen leveren. Zorg er ook voor dat ze dat durven. Bij de gemeente Arnhem zien we wel goede ontwikkelingen op dit gebied. Parttime werken in een bijstandsuitkering wordt beloond, er zijn goede initiatieven rond armoedebeleid en het is ook heel mooi dat wij een wethouder hebben die dit schuldenexperiment steunt.
“Mensen die geen geld hebben of in armoede leven, moeten constant bewijzen dat ze arm zijn. Ze moeten altijd met de billen bloot”
Een aantal huishoudens zijn inmiddels schuldenvrij of zitten in de laatste fase van de schuldenafkoop. Wat doet dat met hen?
Dankbaarheid. Opluchting. Een man die nog meerdere schulden had zei, “als er maar één van die schulden weg is, dan ben ik al een gelukkig mens.” En dan zie je ook in één keer dat ze weer verder willen kijken. Die noodzakelijke operatie niet meer uitstellen, nadenken over een opleiding, weer solliciteren, kinderen waar het beter mee gaat. Er komt rust in vooral de grotere gezinnen, dat merk je gewoon.
Doe mee
Samen vooruit! Of je nu inwoner, ondernemer, professional of partner bent, er is een rol voor iedereen om samen te werken en positieve verandering te creëren in de wijken. Het Nationaal Programma Arnhem-Oost nodigt je uit om mee te doen en samen het verschil te maken.
als organisatie
Bijdragen aan de positieve verandering kan op allerlei manieren. Wil jouw organisatie of onderneming deelnemen aan dit project, of wellicht zelfs partner worden?
als bewoner
Zonder de inzet van onze enthousiaste wijkbewoners komen de projecten niet van de grond. Wil jij ook bijdragen aan de positieve verandering in jouw wijk?